Jaargang 39 nr. 3, maart 2024

Jaargang 39 nr. 3, maart 2024
De eerste les ging over de volgorde. Ze kregen allemaal een stapeltje kaarten, waar elk onderdeel opstond. Ik vroeg hen dat op volgorde van de zondagse dienst te schikken. Ze mochten elkaar helpen. Alle onderdelen werden natuurlijk door elkaar gelegd; wisten zij veel. Je komt wel elke zondag in de kerk, maar daar let je toch niet op. En nul% belangstelling daarvoor natuurlijk.

Volgende lessen werd de volgorde per onderdeel behandeld. De laatste les vroeg ik hun de kaartjes te pakken, en opnieuw op volgorde weer proberen te leggen. Wel, daar viel echt een grote verbetering te bespeuren. We spraken af dat we bij de afsluiting van deze lessen de ouders zouden uitnodigen. Hadden we al eens eerder gedaan, na een aantal lessen over het avondmaal.
Dat was toen een groot succes. Alzo gebeurde.
De ouders brachten het schikken van de kaarten er zeker niet beter vanaf dan hun kinderen, tot grote hilariteit van de jeugd.
Het viel mij eerlijk gezegd ook een beetje tegen. Het klapstuk was wel dan één van de ouders, die vaak in een leesdienst voorging, de zegen nogal bovenaan neerzette. Hij schaamde zich er over. De andere ouders waren blij dat juist hij het ook niet wist. Zo moeilijk is het dus. Ik zou u willen vragen: probeer het thuis zelf maar eens.

Nu moet ik wel zeggen dat ik een dik  jaar een cursus volgde met o.a. het vak ‘Liturgie’ in Driebergen. Een cursus met praktische vakken zoals: pastoraat, diaconaat, liturgie en didactiek.
In dat jaar heb ik veel geleerd.
Bij diaconie moest je b.v. stage lopen bij de diaconie in je eigen gemeente.
Ik weet nog precies met welke mensen ik meeliep in Gereformeerd Delfzijl.
Ik moest het afronden door de ingrediënten van Delfzijl onder de loep te nemen om daar een duidelijk en herziend plan voor te schrijven. Deze opdracht vond ik het allerergste. Het voelde voor mij alsof ik kritiek op hun werk als diaken hierin neerzette. Dat wil je toch niet voor zulke aardige, betrokken mensen? Maar Tiny en Jack, met wie ik meeliep, zeiden: ‘Doen’. “Wij wachten af, en zijn benieuwd.” Ik moest voordat zij het lazen het eerst bespreken in Driebergen. Dat gaf mij een steuntje in de rug. Ik heb een geweldige tijd met de diakenen hier gehad.
Waarom schrijf ik dit? Omdat ik de laatste tijd, door die cursus, nogal wat moeite heb met bepaalde zaken hier.
Eén daarvan heb ik onlangs benoemd naar de MWD commissie. Het gaat over het woord “Evangelisatie”. Een collecte was voor de Evangelisatie. Een deel daarvan was bedoeld voor de “Evangelisatie tent” tijdens DelfSail. Ik schrok. Het zat mij zo dwars dat ik uiteindelijk er een schrijven aan heb gewaagd. Een Tent namens alle kerken Delfzijl bij DelfSail is zeker heel zinvol, vind ik ook. Laat je maar zien! Maar enkel om te laten zien hoe dienstbaar de kerk is. Als je daar koffie schenkt en een gesprek aangaat, geweldig. Maar mensen komen toch niet naar DelfSail om bekeerd te worden? Zo schreef ik. Dat moet je niet eens willen. Een hand uitreiken om op te staan. Verbinding zoeken met elkaar in deze individuele, polariserende en verwarde wereld.
Het woord evangelisatie vind ik sowieso al niet meer passend, is niet meer van deze  tijd.
Als de laatste verkiezing ons iets heeft geleerd, is het dat wel, toch?
Een luisterend oor of een klopje op de schouder. Een tent vooral voor barmhartigheid en verbondenheid. Broodnodige ingrediënten in deze tijd.

Terugkomend op de volgorde in de Eredienst. Het hoe en waarom deze volgorde op deze manier tot stand is gekomen, lijkt mij geschikter om in een zaaltje te bespreken, dan dat ik het hier in mijn eentje neerzet.
Dat moet je samen doen, samen bespreken. Is ook goed te organiseren met predikant/ pastor of Piet Lanting. Als je de diepte daarvan peilt en ontdekt, wordt peilen en ontdekken, beleven.
Daar wordt een kerkdienst aardig intenser van, ga je als vanzelf de diepte in.

Zo heb ik het indertijd zelf daar ervaren:
“Als een hemel op aarde.”
Dan wordt een volgorde je tot Liturgie.
Volgorde is: Orde die volgt
Liturgie is: Dat wat je beleeft, inleeft, aangrijpt, aan zielenroersel.
Daarom: Noem dat papier wat je in handen hebt nooit “LITURGIE”. 
Dat papier is de ‘VOLGORDE’, van een dienst, meer is het niet.
De zogenaamde ‘Orde van dienst’.
In de hoop dat langs die volgorde ieder het als “LITURGIE” mag beleven. Dat het zo mag binnenkomen. Zo niet, dan is er geen sprake van liturgie. Je voelt je immers niet aangeraakt. Geen beleving, geen zielenroersel.
Ook geleerd op die cursus toen.



Foto: Pasen, vrij te gebruiken via Bling
 
terug