jaargang 40 nr 11, november 2025
![]() De kerk was gewijd aan de moeder Gods, Maria en de heilige Nicolaas. Er is een bron uit 1332, die de twee pastoors aanduidt als “rectores ecclesiarum Martini en Nycolai”, de pastoors van de kerken van St. Martinus en St. Nicolaas. Dit is overigens de enige bron, waarin de Akerk ‘Sint Nicolaaskerk’ genoemd wordt. De reformatie maakte een einde aan de Mariaverering en na 1594, de Reductie van Groningen, wordt de kerk meestal ‘Akerck’ genoemd.
De vernoeming naar de rivier de A is wel een belangrijk gegeven. De kerk stond immers dicht bij die rivier. Groningen had een open verbinding met de zee en eb en vloed waren ook in de stad duidelijk merkbaar. Maar ook de naamgeving ‘Sint Nicolaas’ is daardoor verklaarbaar, omdat Nicolaas de patroonheilige van (onder andere) de zeelieden was.Jammer overigens, dat de naam Sint Nicolaas als patroonheilige niet is teruggekeerd in deze belangrijke kerk. Dichterbij bevindt zich de Nicolaikerk in Appingedam, waar eertijds eveneens sprake was van een dubbelpatrocinium. Men heeft daar de naam Sint Nicolaas wel in ere gehouden. In 1331 heette de kerk nog “ecclesia beatae Mariae Appingadamae Monasteriensis diocesis “, gewijd aan Maria. Na 1408 wordt de heilige Nicolaas als patroon van de kerk vermeld. Na deze inleiding wil ik de rest van mijn Meditatief besteden aan een minder bekende patroonheilige, namelijk SINT VITUS, patroonheilige van de stad Winschoten. In onze provincie ken ik eigenlijk maar één andere kerk met het patrocinium Vitus en dat is de kerk van Doezum in het Westerkwartier. In andere delen van ons land kom je Sint Vitus als patroonheilige wel vaker tegen, met name in het Gooi. In het Duitse Emsland, meteen over de grens bij Klazienaveen, in de stad Meppen bevindt zich een kerk, die eveneens aan Sint Vitus gewijd is. Iets verder van huis, in de stad Praag, is de schitterende Sint Vituskathedraal het bezoeken waard. Wie was Sint Vitus eigenlijk ? Vitus werd in de 3e eeuw na Christus geboren op het eiland Sicilië. Hij was de zoon van een heidense senator. Rond zijn zevende (volgens sommige bronnen twaalfde) jaar bekeerde hij zich tot het christendom. Zijn vader trachtte hem op allerlei manieren van dit geloof af te brengen, waarbij de jonge Vitus zelfs gemarteld werd. Later ging hij naar Rome, waar hij trachtte de zoon van keizer Diocletianus, die krankzinnig geworden was, te genezen. Hoewel hij hierin slaagde, werd hij toch het slachtoffer van de christenvervolging van de keizers Maximianus en Diocletianus. Vitus wordt vaak afgebeeld met een pot vol kokendhete pek en lood. Hij overleefde deze marteling. Op afbeeldingen van Vitus kom je dan ook meestal een pot of ketel tegen. Hij werd daarom o.a. beschermheilige van de kopersmeden. Ten gevolge van martelingen stierf hij uiteindelijk. Hij was het christelijk geloof trouw gebleven. Binnen de katholieke traditie wordt Vitus gezien als een van de veertien heilige helpers, heiligen die worden aangeroepen om bepaalde ziekten te genezen. In het geval van Vitus gold dit vooral bij zenuwaandoeningen, maar ook bij blindheid, doofheid, verlamming, kreupelheid, epilepsie, bedwateren ( de ketel van de afbeeldingen werd steeds kleiner tot er een potje overbleef ). Slaapkoppen konden ook bij Sint Vitus terecht, vandaar dat de haan vaak als attribuut op de afbeeldingen voorkomt. De relatie Sint Vitus met de stad Winschoten. Zoals de stad Groningen d’Olle Grieze heeft, kent Winschoten d’Olle Witte. In deze Olle Witte hangt een klok uit 1773, gegoten door J. Borchhardt. Op de klok vind je een afbeelding van Sint Vitus met raaf en palmtak tussen de woorden SINTE en FIET. In de stad Winschoten word je in veel opzichten herinnerd aan Sint Vitus, zoals bijvoorbeeld Sint Vitusholt, één van de buurtschappen die Winschoten rijk was. “Als organist en koster van de Grote Kerk verzorgt schoolmeester Klaas Kuiper Middel in de eerste helft van de 19e eeuw de ‘aanplakkingen’ (mededelingen). Door de zeer uitgebreide kerkelijke gemeente, legt hij te voet flinke afstanden af. Middel weet dan ook waarover hij verslag doet in zijn ‘schoolmeesterrapport’ De buurtschappen onder Winschoten behoorende zyn : Zuiderveen…, Bovenburen, een vierde uurs benoorden Winschoten…, Molenhorn, eenige minuten Zuidwestelyk van Winschoten… en het Oostereind, liggende een half uur ten noordoosten van Winschoten. Sint Vitus Holt, eene vierde uurs zuidwestelyk van Winschoten ontleent denkelyk deszelfs naam van den Patroon der Kerk te Winschoten Sint Vitus, behoorende het holt (voorheen een niet onaanzienlyk bosch) aan de kerk te Winschoten.” Ook een straat, een basisschool, een Rooms Katholieke kerk en een scoutinggroep dragen de naam Sint Vitus en niet te vergeten de Grote Kerk, die tegenwoordig meestal Marktpleinkerk wordt genoemd, maar in het verleden wel degelijk het patrocinium van Sint Vitus droeg. De missiepost Meppen en de Abdij van Corvey. Een klein stukje geschiedenis kan veel verduidelijken over de relatie tussen Sint Vitus en Winschoten. We moeten dan ver in de geschiedenis terug naar de tijd van Karel de Grote. In 785 verslaat Karel de Saksische legeraanvoerder Widukind. De kerstening in Saksenland krijgt dan een nieuwe impuls. Karel had het Saksenland al verdeeld onder bisschoppen, priesters en abten. Er werden missiegebieden aangewezen rond bisschopskerken, abdijen en door priesters bemande missieposten. In onze streek vielen veel kerken onder de missiepost Meppen (Duitsland). De zoon van Karel de Grote, Lodewijk de Vrome, gaf in 834 de missiepost Meppen en de daar behorende kerken, huizen en andere gebouwen, landerijen enz. aan de in 822 gestichte abdij van Corvey bij de Duitse stad Höxter aan de Wezer, om de economische grondslag van de abdij te versterken. Doordat er sprake was van veel grondbezit was Meppen voor Corvey een zeer belangrijk domein. Ook de bijbehorende kerken werden in één adem genoemd o.a. de kerk van Onstwedde in Westerwolde. In al deze parochies had Corvey later het collatierecht (het recht om pastoors te benoemen of deze benoeming aan de bisschop voor te dragen). Omdat langs de Pekel Aa en de Westerwoldse Aa al sprake was van enige bewoning ligt het voor de hand, dat deze bewoners gekerstend werden vanuit de missiepost Meppen. Er bestond een nauwe band tussen Westerwolde en het Eemsdal. In een 12e - eeuws register van Corvey worden voor het eerst de kerken van Westerwolde genoemd : Onstwedde, Wedde, Sellingen, Vlagtwedde en Vriescheloo. Aan deze lijst mag hoogstwaarschijnlijk ook de kerk van Winschoten, als dochterkerk van Onstwedde, worden toegevoegd. Behalve de vijf kerken in Westerwolde werd in 1474 als Corveys bezit genoemd “ unse vogedyge to Wynschot myt aller rechticheyt und tobehoringe, geistlick und wertlick, wor de gelegen syn in holte, in velde, in watere, in wischen und in weyden “ Met de “voogdij te Winschoten” werd waarschijnlijk zowel de kerkvoogdij, als het beheer van het overige Corveyse grondbezit rond Winschoten bedoeld. In de abdij van Corvey werden 836 relieken van Sint Vitus bewaard en daarom was hij haar belangrijkste heilige. De Marktpleinkerk van Winschoten In het centrum van Winschoten staat op een groot marktplein de in de 13e eeuw gebouwde St. – Vituskerk. Tegenwoordig wordt de kerk meestal Marktpleinkerk genoemd, een toepasselijke naam. De kerk werd gebouwd in de bouwstijl van de romano-gotiek, een bouwstijl met een concentratie in Groningen, maar ook in Ostfriesland van ca. 1250 – 1375 en met alle kenmerken, die zo typerend zijn voor de romano-gotiek, blindnissen, kraalprofileringen rond de ramen en siermetselwerk. Naar mijn oordeel een van de meest fraaie voorbeelden van de romano-gotiek. De van oorsprong katholieke kerk wordt vanaf de Reformatie in 1594 als protestantse kerk gebruikt. De laatste pastoor, Gerardus Weemhof, gaat over tot de gereformeerde confessie en wordt zo de eerste predikant, een situatie vergelijkbaar met de Farmsumer Kerk. De kerk is langgerekt en telt maar liefst vijf traveeën, de ruimte tussen de licht versneden lisenen. Het muurwerk wordt aan de bovenkant afgesloten met een rondboogfries. De weinig voorkomende lengte van de kerk (inwendig) is 41 meter. Niet alleen het exterieur van de kerk is van een grote schoonheid, ook van het interieur kan dat gezegd worden. In de loop van de eeuwen had de kerk veel verbouwingen en veranderingen moeten doorstaan met tot gevolg dat rond 1900 de conditie van het gebouw zo slecht was, dat het kerkbestuur plannen moest maken voor een grondige restauratie. Voor deze restauratie werd niemand minder dan de Rijksbouwmeester Cornelis Hendrik Peters (1847-1932) aangetrokken. Peters was vooral bekend door zijn talloze ontwerpen voor postkantoren en andere overheidsgebouwen, die ook in onze provincie nog in veel plaatsen te vinden zijn. Het meest opvallende in het interieur zijn de 22 gebrandschilderde ramen, die in de loop van 22 jaar door een zeer idealistisch echtpaar, Femina Schilt-Geesink en haar man Johan Lodewijk Schilt, beide glazeniers, zijn ontworpen en in Winschoten aangebracht. Er zijn nauwelijks superlatieven te bedenken om de schoonheid van deze ramen te benoemen. Voor wie de kathedraal van Chartres in Frankrijk even te ver vindt, kan dus ook terecht in Winschoten. Mevrouw Schilt heeft zich laten inspireren door Chartres op aanraden van haar leermeester prof. R.N. Roland-Holst. Ds. Bert L. van der Woude, emeritus predikant van de Marktpleinkerk, heeft over deze ramen een prachtig boek geschreven, “ De weg van het licht “. Behalve dat alle ramen, met Bijbelse voorstellingen, op groot formaat zijn afgebeeld, heeft ds. Van der Woude bij ieder raam een uitgebreide tekst ter verklaring geschreven, zoals altijd vanuit de dieptepsychologische manier van bijbel lezen van zijn leermeester en grote inspirator de Duitse theoloog Eugen Drewermann. Het zijn welhaast de mooiste “preken”, die ik ooit gelezen heb. ![]() St. Vituskerk Foto: Lichtjes in de Notre Dame; eigen foto | ||
| terug | ||



