Plaatselijk reglement van de Begraafplaatsen Plaatselijk reglement van de Begraafplaatsen
Plaatselijk reglement voor het beheer van de begraafplaatsen van de plaatsen: Farmsum, Meedhuizen en Uitwierde

HOOFDSTUK 1

 

ALGEMENE BEPALINGEN

 

Artikel 1

 

Begripsomschrijving


1. Dit reglement verstaat onder:

administrateur: degene die door het College van Kerkrentmeesters is aangewezen voor het verzorgen van de administratie van de begraafplaatsen.

beheerder: degene die door het College van Kerkrentmeesters belast is met het dagelijkse beheer van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt. Wanneer gesproken wordt over “beheerder” wordt steeds bedoeld de beheerder van de betreffende begraafplaats.
Tijdelijk : Voor informatie kunt u contact opnemen met dhr. G. Klasens, tel. 61 98 46, klasens.g@home.nl
graven met uitsluitend recht (eigen graf):
een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon voor bepaalde dan wel onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:
  • het doen begraven en begraven houden van één lijk
  • het doen bijzetten en bijgezet houden van maximaal twee asbussen met of zonder urnen in één graf.

eigen urngraf:
een graf, een grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
  • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen.
urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen.

asbus: een bus ter berging van de as van een overledene.

gedenkteken: voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en hekwerken.

grafbeplanting: winterharde beplanting welke door de rechthebbende op een graf wordt aangebracht.

graftermijn: termijn gedurende welke men krachtens uitsluitend recht een lijk begraven mag houden.

rechthebbende: degene die een uitsluitend recht op een graf heeft.

Begraafplaatsen eigendom en in het bezit van de Protestantse Gemeente Delfzijl: Kerkhof Uitwierde Torenpad; begraafplaats Farmsum, Bredelaan; Begraafplaats Meedhuizen, Kerklaan.



2. Voor de toepassing van het bij of krachtens dit reglement bepaalde wordt, zover van belang, onder “eigen graf” mede verstaan “eigen urngraf”.


                                         
                                                          

Artikel 2
 

Beheer

Het beheer van de kerkelijke begraafplaatsen berust bij de Protestantse Gemeente te Delfzijl, vertegenwoordigd door het College van Kerkrentmeesters. Het College van Kerkrentmeesters wijst een beheerder aan die het dagelijkse beheer over de begraafplaatsen heeft.

Artikel 3

Begraven

Op de bijzondere begraafplaats te Uitwierde worden begraven:

  • Leden van de Protestantse Gemeente te Delfzijl.
  • Leden van overige kerkgenootschappen in Delfzijl, die tevens woonachtig zijn in Delfzijl.
  • Inwoners van Uitwierde en Biessum.
  • Belanghebbenden met een grote verbondenheid met Uitwierde of Biessum , dit ter beoordeling door het College van Kerkrentmeesters.

Op de overige begraafplaatsen rust geen beperking.

 

Artikel 4

 

Administratie

De administratie van de begraafplaatsen wordt gevoerd door de kerkrentmeesters of door een door het College van Kerkrentmeesters aangewezen beheerder/administrateur. (info : dhr. G. Klasens, tel. 61 98 46)
 

Artikel 5

 

Register

De kerkrentmeesters of de door hen aangewezen beheerder/administrateur houdt een register bij van alle op de desbetreffende begraafplaats begraven lijken en bijgezette asbussen. Met een nauwkeurige aanduiding van de plaats waar zij begraven of bijgezet zijn. Tevens wordt dit aangegeven op een plattegrond van de betreffende begraafplaats. In dit register worden ook aangetekend de door het College van Kerkrentmeester reeds uitgegeven, maar nog niet in gebruikte zijnde eigen graven.
Het register en de plattegrond zijn openbaar en worden in tweevoud bijgehouden.


 

HOOFDSTUK 2

 

OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATSEN

 

Artikel 6

 

Openstelling begraafplaats

  1. De begraafplaatsen zijn voor een ieder dagelijks toegankelijk gedurende de door het College van Kerkrentmeesters bij nadere regels vast te stellen tijden. Het college maakt deze tijden openbaar bekend. Kinderen beneden 12 jaar hebben slechts toegang, indien zij zijn vergezeld van een volwassene.
  2. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.
  3. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend is zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

                                                                            
Artikel 7.
 

Ordemaatregelen

  1. Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personen niet toegestaan, anders dan met toestemming van of namens het College van Kerkrentmeesters, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaatsen te verrichten. Deze toestemming wordt aan de steenhouwer verleend middels een plaatsingsvergunning waarvoor 70 euro in rekening wordt gebracht.
  2. Het is niet toegestaan zonder noodzaak over de graven te lopen, beplanting te beschadigen of bloemen te plukken.
  3. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich in belang van orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.
  4. Degene die het in het tweede lid vermelde verbod overtreden of zich niet houden aan de in het derde lid bedoelde aanwijzingen, moeten zich op de eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.
 

Artikel 8

 
  1. Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en andere dergelijke plechtigheden op de begraafplaatsen moeten vijf dagen tevoren worden gemeld aan het College van Kerkrentmeesters, onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaats vinden.
  2. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid, moeten zich in het belang van orde, rust en netheid houden aan de aanwijzing van het College van Kerkrentmeesters of de beheerder.
  3. Bijeenkomsten op de begraafplaats, die het karakter van een openbare manifestatie hebben of naar oordeel van het College van Kerkrentmeesters zullen hebben, kunnen door het College van Kerkrentmeesters worden verboden.

 

Artikel 9

 

Opgravingen en ruimen

Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan, indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degene die met deze werkzaamheden zijn belast.



 

HOOFDSTUK 3

 

VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

 

Artikel 10

 

Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  1. Degene die wil doen begraven of as wil doen bijzetten of verstrooien geeft daarvan uiterlijk 2 werkdagen voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor deze toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur  na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
  2. Het lijk, dan wel het omhulsel, en de asbus of urn moeten voorzien zijn van een duurzaam identiteitskenmerk. De gegevens van het kenmerk moeten overeenstemmen met de administratie van de begraafplaats                                                                    
  3. Het openen van een graf voor een begrafenis of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen, mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzing en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien hun wens daartoe uiterlijk twee werkdagen voorafgaande aan de werkdag van de begrafenis mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzing van de beheerder op te volgen.

 Artikel 11

Over te leggen stukken
  1. Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven of de bezorging van as is overlegd met de beheerder.
  2. Indien de begraving of bezorging van as in een eigen graf plaatsvindt, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overlegd, ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.
  3. Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn van 30 jaar afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van een uitgiftetermijn voor  bepaalde  tijd. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 15, tweede lid. Dit lid van artikel 11. heeft betrekking op de begraafplaats van Uitwierde.
  4. De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn voor begraving of bijzetting.
 

Artikel 12


Tijden van begraven en asbezorging
  1. Op zondagen, christelijke of algemeen erkende feestdagen, wordt geen gelegenheid gegeven tot begraven en bezorgen van as, tenzij de burgemeester voor een normale termijn een afwijkende termijn voor begraving of verbranding heeft gesteld en het College van Kerkrentmeesters hiervoor toestemming heeft verleend.
  2. Op de overige dagen zijn de tijden van begraven en het bezorgen van as:
Op werkdagen van 09.00 uur tot 18.00 uur
Op zaterdag van 09.00 uur tot 12.00 uur
Het College van Kerkrentmeesters kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

 

HOOFDSTUK 4

 

DE GRAVEN

 

Artikel 13

 

Soorten graven en termijnen

  1. Op de begraafplaats kunnen worden onderscheiden:
    1. eigen graven
    2. eigen urnengraven
    3. een strooiveld
  2. Er mag in één eigen graf maximaal één lijk of maximaal twee asbussen met of zonder urnen worden geplaatst of bijgezet.
  3. De afmetingen zijn vastgesteld op 2,00 meter x 0,95 meter voor een enkel graf en 2.00 meter x
    1. meter voor een dubbel graf.
De uitgifteduur is per 1 september 2023 voor bepaalde tijd van 20 jaar Grafrechten voor bepaalde tijd kunnen  alleen verlengd worden voor  bepaalde tijd, telkens met 10 jaar

 

Artikel 14

  
Eigen graf
  1. Een uitsluitend recht op een graf kan alleen schriftelijk worden gevestigd. Door het College van Kerkrentmeesters wordt een akte van grafuitgifte opgemaakt.
  2. In de akte van grafuitgifte wordt vermeld welk graf is uitgegeven, tegen welke prijs en voor de termijn van 20 jaar .
  3. De rechthebbende op het graf ontvangt een exemplaar van de akte van grafuitgifte en het plaatselijke reglement voor beheer van de begraafplaatsen.
 

Artikel 15

 

Verlenging termijn eigen graf

  1. De rechthebbende van een graf waarop een uitsluitend recht is gevestigd voor bepaalde tijd kan verzoeken deze termijn te verlengen. Het voor bepaalde tijd verleende recht wordt verlengd, mits het verzoek gedaan is binnen twee jaren voor het verstrijken van de termijn. De verlenging geschiedt alleen voor  bepaalde tijd van telkens 10 jaar.
  2. Het College van Kerkrentmeesters doet binnen één jaar na aanvang van de termijn waarin verlenging kan worden verzocht, aan de rechthebbende wiens adres hem bekend is of redelijkerwijze bekend kan zijn, schriftelijk mededeling van het verstrijken van de termijnen van het bepaalde in lid 1.
  3. Blijkt het adres onbekend, dan geschied de mededeling door aanplakking daarvan bij het graf en de ingang van de begraafplaats. De mededeling blijft aangeplakt tot het einde van de termijn waarvoor het uitsluitend recht op een graf werd gevestigd.

 

Artikel 16

 

Overschrijving van verleende rechten

  1. Het uitsluitend recht op een graf kan op schriftelijk verzoek van de rechthebbende worden overschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
  2. Na overlijden van de rechthebbende kan het recht worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits het verzoek hiertoe schriftelijk wordt gedaan binnen een jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
  3. Indien binnen de in lid 2 gestelde termijn geen verzoek tot overschrijving is gedaan, vervalt het grafrecht aan het College van Kerkrentmeesters.
 

Artikel 17

 

Overboeking

  1. Van iedere overboeking van een grafrecht wordt aantekening gehouden in het in artikel 4 genoemde register.
  2. De rechthebbende krijgt een bewijs van overboeking.
 

Artikel 18

 

Grafkelder

Het College van Kerkrentmeesters kan aan de rechthebbende op een eigen graf, indien daartoe de mogelijkheden aanwezig zijn, vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder, overeenkomstig de door het College van Kerkrentmeesters te stellen voorwaarden

 

Artikel 19

 

Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende van een grafrecht schriftelijk afstand doen ten behoeve van de Protestantse Gemeente te Delfzijl van het recht op het eigen graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het College schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

 

 

 

HOOFDSTUK 5

 

GRAFBEDEKKINGEN

 

Artikel 20

 

Toestemming grafbedekking

  1. Voor het hebben van een grafbedekking is schriftelijk toestemming nodig van het College van Kerkrentmeesters.
  2. De afmeting van de grafbedekking is maximaal 2,00 meter x 0,95 meter.
  3. Het College van Kerkrentmeesters kan nadere regels vaststellen omtrent de wijze van aanvragen van toestemming, de aard van de grafbedekking en de wijze van het aanbrengen.
  4. Het College van Kerkrentmeesters kan toestemming weigeren indien:
    1. niet voldaan wordt aan de eventueel door het College vastgestelde nadere regels
    2. de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats
    3. de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is.
    4. De constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.
  5. Toestemming voor het hebben van een grafbedekking moet binnen drie maanden na de teraardebestelling in het betreffende graf worden gedaan.
 

 

Artikel 21

 

Grafbeplanting

Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen door degene die belast is met de dagelijkse leiding op de begraafplaats worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer ze verwelkt zijn, worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende drie maanden ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een mondeling of schriftelijk verzoek gedaan heeft bij de beheerder.
 

Artikel 22

 

Verwijdering grafbedekking

  1. De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door het College van Kerkrentmeesters worden verwijderd.
  2. Het voornemen tot het verwijdering van een grafbedekking wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd, op een op het te ruimen graf te plaatsen bordje, door het College van Kerkrentmeester bekend gemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij het College van Kerkrentmeester bekend is. In dat geval stellen zij hem/haar uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief van het voornemen in kennis.
  3. Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij het College van Kerkrentmeesters ingediend verzoek, blijft de grafdekking na verwijdering nog gedurende drie maanden ter beschikking van degene aan wie toestemming was verleend om de grafdekking te plaatsen. Het verzoek daartoe kan worden ingediend gedurende een jaar voordat de grafbedekking zal worden verwijderd.
  1. De grafbedekking vervalt aan de Protestantse Gemeente te Delfzijl indien:
    1. geen verzoek op grond van lid 3. is ingediend
    2. de grafbedekking niet binnen drie maanden nadat deze van het graf is verwijderd, is opgehaald.


 

HOOFDSTUK 6

 

ONDERHOUD

 

Artikel 23

 

Onderhoud door het College van Kerkrentmeesters

  1. Teneinde de kosten van aanleg, instandhouding en onderhoud van de begraafplaatsen, waarin door het College van Kerkrentmeesters wordt voorzien, te dekken, worden rechten geheven volgens bij dit beheersreglement behorende tarievenlijst, welke jaarlijks kan worden herzien.
  2. Het College van Kerkrentmeesters belast zich met het onderhouden van de begraafplaats, waaronder wordt verstaan het onderhoud van de gebouwen en paden, het maaien van het gras, het verzorgen van de algemene beplanting en de watergangen.
  3. Het College van Kerkrentmeesters accepteert geen aansprakelijkheid voor de schade, door welke oorzaak ook ontstaan aan de grafbedekking of ieder ander voorwerp dat zich op het graf bevindt.


Artikel 24

Onderhoud door de rechthebbende
  1. De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.
  2. Schade aan de grafdekking is, overeenkomstig het gestelde in lid 3van artikel 23, voor rekening van de rechthebbende.
  3. Indien de rechthebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, en een risico ontstaat van schade aan derden kan het College van Kerkrentmeesters de grafbedekking geheel of gedeeltelijk doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende drie maanden ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna, met het inachtneming van het bepaalde in lid 4., aan de Protestantse Gemeente te Delfzijl, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
  4. Als sprake is van acuut risico bij de grafbedekking, zulks uitsluitend ter beoordeling van het College van Kerkrentmeesters, vindt verwijdering van de grafbedekking plaats, nadat drie maanden zijn verstreken en nadat de rechthebbende per aangetekend schrijven, met bericht van ontvangst, is gesommeerd tot onderhoud of herstel van de grafbedekking en alsnog is voldaan aan het gesommeerde. Als het adres van de rechthebbende niet meer bij de burgerlijke gemeente bekend is, vindt een mededeling plaats op het mededelingsbord van de desbetreffende begraafplaats. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
 

HOOFDSTUK 7

 

RUIMING VAN GRAVEN

 

Artikel 25

 

Graven ruimen

  1. Met inachtneming van de bepalingen in de Wet op de lijkbezorging en de bepaling gesteld in dit reglement kan de beheerder graven doen ruimen. Ruiming van graven waarop een uitsluitend recht rust, gebeurt alleen met toestemming van de rechthebbende van dat graf.                                                                 
  2. Het voornemen van de beheerder om een graf te ruimen wordt gedurende tenminste één jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf geplaatst bordje ter kennis van de belanghebbende gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval stellen zij hem uiterlijk één jaar voorafgaande aan het bedoelde tijdstip per brief van hun voornemen in kennis.
  3. De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken of as worden herbegraven.
  4. De rechthebbende op een eigen graf kan de beheerder schriftelijk verzoeken om de overblijfselen te doen verzamelen om deze weder in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven.

    

 

HOOFDSTUK 8

 

IN STAND TE HOUDEN HISTORISCHE GRAVEN

EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKING
 

Artikel 26

 

Lijst

  1. Het College van Kerkrentmeesters houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.
  2. Alvorens tot ruiming van graven over te gaan, onderzoekt het College van Kerkrentmeesters of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.
  3. Op de begraafplaats Farmsum is een aantal begraafplaatse n van KNIL militairen die een beschermde status genieten ingevolge de richtlijnen van de gemeente Eemsdelta.  De termijn van begraven is onbepaald.
 
  1. Het College van Kerkrentmeesters beslist in overleg met de Kerkenraad van de Protestantse Gemeente te Delfzijl over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.
 

HOOFDSTUK 9

 

KLACHTEN

 

Artikel 27

 
  1. Rechthebbenden en andere bij de begraafplaatsen betrokken personen en leden van de Protestantse Gemeente te Delfzijl kunnen omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen op de betreffende begraafplaatsen bij het College van Kerkrentmeesters een schriftelijke klacht indienen.
  2. Het College van Kerkrentmeesters beslist binnen dertig dagen na ontvangst van de klacht.
Het College van Kerkrentmeesters kan deze termijn met ten hoogste dertig dagen verlengen.
  1. Het College van Kerkrentmeesters brengt de beslissing omtrent de klacht terstond schriftelijk ter kennis van de klager.
 

HOOFDSTUK 10

 

OVERGANGSBEPALINGEN EN SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 28


Het recht op een eigen graf, verleend vóór het van kracht zijn van dit reglement, wordt geacht een uitsluitend recht op een graf in de zin van de Wet op de lijkbezorging te zijn.

 

Artikel 29

 
  1. Ingeval van verschil over de toepassing van dit reglement en in alle gevallen waarin het reglement niet voorziet, beslist het College van Kerkrentmeesters.
  2. Wijzigingen van dit reglement kunnen plaatsvinden door het College van Kerkrentmeesters.
  3. Dit reglement treedt in werking op 1 september 2023. Als dan vervalt het voordien bestaande reglement, behoudens eerbiediging van rechten, verkregen voor de inwerkingtreding van dit reglement.
  4. Voor informatie kan men zich vervoegen op het Kerkelijk Informatie Bureau, tel.nr. 0596 630150 en per e-mail op: pgdelfzijl@versatel.nl.
Ook kan op de website van de Protestantse Gemeente te Delfzijl informatie worden bekeken.

                                                                        

Vastgesteld op 1 september 2023

Namens de Kerkenraad van de Protestantse Gemeente te Delfzijl:

                                                                       Dhr. F.Geluk, voorzitter

Namens het College van Kerkrentmeesters:

                                                                       Dhr. G. Klasens, voorzitter                                                         
                                                               
                                                                        Dhr. R. Krist, secr.
 
terug